Breng in een grote pan alle pekel-ingrediënten (behalve de cider) aan de kook en los al roerend het zout en de suiker op. Haal van het vuur, voeg de cider toe en laat afkoelen tot kamertemperatuur. Leg het varkensvlees in een diepe pan of bak die net groot genoeg is voor het vlees. Giet de pekel erbij. Dek de pan af en zet 8 tot 12 uur in de koelkast. Haal het varkensvlees een uur voor het grillen uit de pekel, gooi de pekel weg en dep het varkensvlees droog met keukenpapier.
Meng in een kleine kom de ingrediënten voor de rub. Smeer de rub over het varkensvlees. Laat op kamertemperatuur staan terwijl je de barbecue voorbereidt. Bereid de barbecue voor op indirect grillen op middelhoog vuur (180° tot 230°C).
Meng in een grote kom de gesneden appels, uien, olie, zout en zwarte peper en roer zodat alles bedekt raakt.
Leg het varkensvlees in een grote braadslede. Verdeel de appels en uien over het varkensvlees. Strooi de takjes rozemarijn en tijm over de groenten.
Op de barbecue:
Grill het varkensvlees op indirect matig vuur, met gesloten deksel, tot een in het midden van het gebraad gestoken thermometer 63°C aangeeft (of de door jou gewenste gaarheid) - dit duurt ongeveer 1 tot 1,5 uur. Draai elke 30 minuten om en roer de appels en uien om gelijkmatig te garen. Als de appels en uien zacht en licht gekarameliseerd zijn voordat het varkensvlees klaar is met garen, breng ze dan over van de braadslede naar een aparte ovenschaal, dek losjes af met folie, en laat binnen op kamertemperatuur staan.
Als het varkensvlees klaar is, leg het vlees dan op een snijplank, dek het af met folie en laat het 20 tot 30 minuten binnen op kamertemperatuur rusten.
Snijd het vlees in plakken. Leg ze op een serveerplank met de appels en uien en besprenkel het met het braadvocht.
